‘Ze ontmoetten elkaar dankzij de fietstocht van mijn vader’

Mijn ouders Foto van: Monique Chabot (1946)

Op de foto: Wim Chabot (1907-1977) en Madeleine Chabot-de Weirdt (1911-1989)

‘Mijn vader Wim was de 30 gepasseerd en nog vrijgezel. Zijn vrienden hadden al een paar keer geprobeerd hem te koppelen, zonder succes. Op een zonnige dag in 1938 maakte hij een fietstocht van Rotterdam naar Antwerpen, om goede bekenden te bezoeken. Daar ontmoette hij Madeleine de Weirdt, 27, pittig en klein van stuk. Ze werkte als naaister bij de kennissen van Wim.

Hij had al het een en ander over haar gehoord, probeerde amicaal te zijn en zei: ‘Aha, is dat nou Madeleintje?’ Dat viel niet goed. Ze vond hem ‘een brutale Ollander’. En hoewel ze zelf 1,52 meter was, vond ze hem ook te klein – hij was 1,64. Het was kortom niet direct liefde op het eerste gezicht. Wim was wél van haar gecharmeerd, hij vroeg of zij het goed vond als hij haar eens een brief schreef. Na een correspondentie van een jaar werd het toch een relatie.

Mijn vader was kunstschilder, net als zijn broer Henk. Maar anders dan Henk, die potig was, was mijn vader niet sterk. Hij had een darmziekte, de toen nog onbekende Ziekte van Crohn. Mensen waarschuwden Madeleine voor een relatie met een ‘ziekelijke jongen’. Maar ze zei dat als hij niet gezond was, hij haar nog harder nodig had. Ze wist niet wat dat zou gaan betekenen: mijn vader was zijn leven lang zwak, vaak was hij bedlegerig.

Wim en Madeleine wilden trouwen in november 1940, maar de oorlog gooide roet in het eten. Pas in mei 1941 kwam mijn moeder naar Nederland. Mijn vader ging kort daarop voor lange tijd het ziekenhuis in. Er zouden nog veel ziekenhuisopnames volgen.”

Opgetekend door